de huisman
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈhœysmɑn] |
| Afbreekpatroon: | huis·man |
| Verbuigingen: | huismannen (meerv.) |
mannelijke partner die zorgt voor het gezin en het huishouden | Voorbeeld: | `Hij werkt niet op donderdag en vrijdag, want dan is hij huisman.` | |
3 definities op Encyclo
- woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) landman, boer, dorpeling.
- 1) Titulatuur 2) Verzorgende functie 3) Huishoudartikel 4) Beroep 5) Bekende schilder 6) Man die voor het gezin zorgt 7) Vrucht 8) Museum in workum
- Getrouwde mannen die hun eigen huishouden doen, vooral wanneer dit hun voornaamste bezigheid is
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
huismanVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de huisman' of 'het huisman'?
Het is 'de huisman', want huisman is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die huisman'.
Wat is het meervoud van huisman?
Het meervoud van huisman is 'huismannen'. Eén huisman, twee huismannen.
Wat betekent huisman?
'mannelijke partner die zorgt voor het gezin en het huishouden'
Hoe spel je huisman?
huisman spel je H U I S M A N Op andere websites
Zoek
huisman op Woordenlijst.org
Zoek
huisman op Google
Zoek
huisman op Wikipedia