de huishouding

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ˈhœyshɑudɪŋ]
Afbreekpatroon:  huis·hou·ding
Verbuigingen:  huishoudingen (meerv.)

1) groep personen die samenwonen
Voorbeeld:  `eenpersoonshuishouding`
Synoniemen:  gezin, huishouden (1)

2) werk om je huis opgeruimd en schoon te houden
Voorbeeld:  `hulp in de huishouding`
Synoniem:  huishouden (2)


Synoniemen
familieleven   huishouden   inrichting   

6 definities op Encyclo
  • al het werk dat in huis gedaan moet worden vb: zij hebben een hulp in de huishouding Synoniem: huishouden bewoners van een huis, gezin vb: deze kamerbewoner hoort niet bij onze huishouding Synoniem: huishouden
  • 1) Regeling van de dagelijkse zaken in huis 2) Inrichting 3) Huishouden 4) Gezin 5) Menage 6) Menagerie 7) Familieleven
  • Economische eenheid. Voorbeelden: gezinshuishouding, consumptiehuishouding, productiehuishouding.
  • grondbegrip: is een economische eenheid, die zelfstandig opereert. bijv. een gezin, een organisatie, of bedrijf, of de ...
  • is een economische eenheid, die zelfstandig opereert. Bijvoorbeeld een gezin, een organisatie, of bedrijf, of de overheid.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op huishouding:
waterhuishoudingvolkshuishoudingonderhandelingshuishoudingenergiehuishouding

Herkomst volgens etymologiebank.nl
huishouding

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de huishouding' of 'het huishouding'?
Het is 'de huishouding', want huishouding is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die huishouding'.
Wat is het meervoud van huishouding?
Het meervoud van huishouding is 'huishoudingen'. Eén huishouding, twee huishoudingen.
Wat betekent huishouding?
'groep personen die samenwonen' en 'werk om je huis opgeruimd en schoon te houden'
Hoe spel je huishouding?
huishouding spel je H U I S H O U D I N G
Wat is een ander woord voor huishouding?
Andere woorden voor huishouding zijn familieleven, huishouden en inrichting.

Op andere websites
Zoek huishouding op Woordenlijst.org
Zoek huishouding op Google
Zoek huishouding op Wikipedia