huiselijk

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈhœysələk]
Afbreekpatroon:  hui·se·lijk

1) verband houdend met het gezin of huishouden
Voorbeelden:  `slachtoffer zijn van huiselijk geweld`,
`Kerstmis vieren in de huiselijke kring`

2) als je graag thuis bent
Voorbeeld:  `Zij is een huiselijk type en gaat niet vaak uit.`
Antoniem:  uithuizig

3) knus en gezellig
Voorbeeld:  `Het is huiselijk en warm met de open haard aan.`


Synoniemen
echtelijk   gezellig   knus   knusjes   

2 definities op Encyclo
  • wat een aangename sfeer heeft vb: ze heeft de kamer erg huiselijk ingericht Synoniemen: gezellig prettig knus gemoedelijk genoeglijk wie graag thuis is vb: hij is een huiselijk type wat met het gezin of met het huishouden te maken heeft vb: de huiselijke bezigheden zijn voor haar rekening de huiselijke vrede ...
  • 1) Knusjes 2) Echtelijk 3) Eenvoudig 4) Honkvast 5) Knus 6) Familiair 7) Gezellig thuis 8) Graag thuis zijn 9) Gezellig 10) Intiem 11) Gemoedelijk 12) Binnenshuis plaatsvindend
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met huiselijk:
huiselijkheid

Herkomst volgens etymologiebank.nl
huiselijk

Taaladvies
Wat is correct: huiselijk of huisenlijk? Zie huiselijk / huisenlijk

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent huiselijk?
'verband houdend met het gezin of huishouden' en 'als je graag thuis bent' en 'knus en gezellig'
Hoe spel je huiselijk?
huiselijk spel je H U I S E L I J K
Wat is een ander woord voor huiselijk?
Andere woorden voor huiselijk zijn echtelijk, gezellig, knus en knusjes.

Op andere websites
Zoek huiselijk op Woordenlijst.org
Zoek huiselijk op Google
Zoek huiselijk op Wikipedia