de huiseigenaar

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  huiseigenaars
huiseigenaren
Verbuigingen:  huiseigenaartje

iemand die een huis bezit, ongeacht of hij/zij het ook bewoont


Bron: WikiWoordenboek.

Synoniemen
huisbezitter   woningbezitter   

4 definities op Encyclo
  • •iemand die een huis bezit, ongeacht of hij-zij het ook bewoont.
  • 1) Woningbezitter 2) Huisbaas 3) Bezitter van een huis 4) Huisbezitter 5) Huisheer 6) Huismeester
  • iemand die een of meer huizen bezit; bezitter, eigenaar van een of meer huizen
  • Personen die het pand dat ze bewonen in eigendom hebben
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de huiseigenaar' of 'het huiseigenaar'?
Het is 'de huiseigenaar', want huiseigenaar is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die huiseigenaar'.
Wat betekent huiseigenaar?
'iemand die een huis bezit, ongeacht of hij/zij het ook bewoont'
Hoe spel je huiseigenaar?
huiseigenaar spel je H U I S E I G E N A A R
Wat is een ander woord voor huiseigenaar?
Andere woorden voor huiseigenaar zijn huisbezitter en woningbezitter.

Op andere websites
Zoek huiseigenaar op Woordenlijst.org
Zoek huiseigenaar op Google
Zoek huiseigenaar op Wikipedia