het hout

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[hɑut]

1) materiaal van de stam en takken van een boom

Voorbeeld:	`hout hakken voor de open haard`
Van dik hout zaagt men planken.	(<je zegt dit als iemand doortastend maar onzorgvuldig handelt>)
Dat snijdt geen hout.	(dat is niet geldig of van belang)
uit het goede hout gesneden zijn	(geschikt zijn) `Wie naar dat oorlogsgebied gaat, moet uit het goede hout gesneden zijn.`

2)

Ik snap er geen hout van!

(ik begrijp er helemaal niets van)

3)

op eigen houtje

(zelfstandig, zonder overleg met anderen) `De kleuter ging op eigen houtje naar school.`

• van dik hout zaagt men planken (=niet al te nauwkeurig of zorgvuldig werken)
• uit het goede hout gesneden zijn (=van goede afkomst zijn / een goed karakter hebben)
• op eigen houtje doen (=iets zelfstandig (eventueel op eigen initiatief) ondernemen)
• op een houtje bijten (=honger hebben)
• geen hout snijden (=niets bewijzen , niet van toepassing zijn)
Toon alle 10 spreekwoorden die hout bevatten

Hoe kun je met hout een ander begrip versterken?
mager als een hout; geen hout;

• (Amsterdams) niets (ik snap er geen...van, ook 'jota')
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Hout``] Het hout is eene der belangrijkste bouwstoffen, die in de versterkingskunst gebezigd worden en speelt ook bij de vervaardiging van het materieel der verschillende wapens eene voorname rol. In de versterkingskunst komt het als rijshout en als eigenlijk timmerhout ...
• •het materiaal in het binnenste van houtige planten (bomen, struiken, etc). •een houtsoort. •(verouderd) bos
• stof waaruit bomen bestaan vb: deze kast is van hout gemaakt hij is uit het goede hout gesneden [is eerlijk en betrouwbaar] we moeten op een houtje bijten [hebben niets meer te eten] dat snijdt geen hout [dat gaat niet op, dat klopt niet] van dik hout zaagt men planken [wordt gezegd als iets op een slordige e...
• [Vergeten woorden] (bn.) verminkt, kreupel door verminking [= Engels halt, Noors halt, IJslands haltur]

Toon uitgebreidere definities

• houtachtig• houtain• houtbeitel• houtbesparend• houtbestand• houtbewerken• houtbewerking• houtblazer• houtblok• houtboor• houtbouw• houtcel• houtconcessie• houtconstructie• houtdraaibank• houtdraaibeitel• houten• houten jaloezieën• houten klaas• houten kop
• Toon alle woorden die beginnen met hout

• ebbenhout• grenenhout• kreupelhout• slaghout• vurenhout• zoethout• zwikhout• zwenghout• zebrahout• zachthout• zaathout• wrijfhout• wrakhout• wortelhout• woelhout• wiphout• waterschout• wanhout• walnotenhout• waaibomenhout
• Toon alle woorden die eindigen op hout

hout (materiaal, tak, boom, bos)

1. Welk voorzetsel is correct in combinatie met een stof of materiaal, bijvoorbeeld een tafel in hout, een tafel van hout, een tafel uit hout? Zie In / uit / van hout
2. Waar komt de uitdrukking van dik hout zaagt men planken vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Van dik hout zaagt men planken

Is het 'de hout' of 'het hout'?

Het is 'het hout', want hout is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat hout'.

Wat betekent hout?

'materiaal van de stam en takken van een boom' en '' en ''

Hoe spel je hout?

hout spel je H O U T

Zoek hout op Woordenlijst.org
Zoek hout op Google
Zoek hout op Wikipedia