horten

werkw.

Uitspraak:	['hɔrtə(n)]
Afbreekpatroon:	hor·ten
Vervoegingen:	hortte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gehort (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

even niet goed werken, even geen kracht leveren

Voorbeeld:	`De motor kwam hortend tot stilstand.`
Synoniem:	haperen
met horten en stoten	(onderbroken door veel problemen en tegenslag) `Het ging met horten en stoten, maar nu is het dan toch eindelijk klaar.`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• met horten en stoten (=langzaamaan, met veel onderbrekingen)
Naar de spreekwoorden

3 definities op Encyclo

(ww) - stoten
1) Botsen 2) Plaats in noorwegen 3) Schokken 4) Onverstaanbaar spreken 5) Haperen 6) Stad in Noorwegen 7) Stoten 8) Stokken 9) Blijven steken
botsen, schokken

Deze woorden beginnen met horten:

Deze woorden eindigen op horten:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van horten is 'hortte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehort'.

'even niet goed werken, even geen kracht leveren'

horten spel je H O R T E N

Andere woorden voor horten zijn blijven steken, botsen en schokken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht