hopen

werkw.
Uitspraak:  [ˈhopə(n)]
Afbreekpatroon:  ho·pen
Vervoegingen:  hoopte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehoopt (volt.deelw.)

wensen of verwachten dat iets dat je wilt zal gebeuren
Voorbeelden:  `Ik ben zwanger en hoop op een dochter.`,
`Ik hoop dat hij gauw thuiskomt.`


Synoniemen
accumuleren   op hopen zetten   opeenhopen   rekenen op   spinzen   stapels   uitzien   van hoop vervuld zijn   verlangen   wanhopen (antoniem)   

6 definities op Encyclo
  • 'Hopen' is een eiland dat (bestuurlijk) behoort tot de eilandengroep Spitsbergen. Het eiland is in 1596 ontdekt door Jan Cornelisz Rijp tijdens de derde expeditie van Willem Barentsz die daar op zoek was naar de Noordoostelijke Doorvaart.
  • •wensen, graag zien dat er iets wel of niet voorvalt.
  • graag willen dat het gebeurt vb: ik hoop dat je komt ik had het niet durven hopen [ik had het niet verwacht] het is te hopen [ik hoop het]
  • 1) Zich richten op een positieve uitkomst 2) Vergaren 3) Vertrouwen 4) Een positieve verwachting koesteren 5) Verlangend verwachten 6) Verlangen 7) Een optimistische kijk hebben op de toekomst 8) Accumuleren 9) Vertrouwen op een positieve uitkomst 10) Gunstige verwachtingen koesteren 11) Verwachten
  • wensen, verwachten
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met hopen:
hopend

Deze woorden eindigen op hopen:
ophopenwanhopenopeenhopen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
hopen (iets positiefs verwachten)

Taaladvies
Moet hopend of hopende worden gebruikt in zinnen als Hopend(e) u daarmee van dienst te zijn, sturen wij u onze brochure en Hopend(e) op een spannende wedstrijd, zaten wij met zakken chips en drank voor de tv? Zie Hopende / hopend

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hopen?
De verleden tijd van hopen is 'hoopte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehoopt'.
Wat betekent hopen?
'wensen of verwachten dat iets dat je wilt zal gebeuren'
Hoe spel je hopen?
hopen spel je H O P E N
Wat is een ander woord voor hopen?
Andere woorden voor hopen zijn accumuleren, op hopen zetten, opeenhopen, rekenen op, spinzen, stapels, uitzien, van hoop vervuld zijn en verlangen.
Wat is het tegenovergestelde van hopen?
Een antoniem van hopen is wanhopen.

Op andere websites
Zoek hopen op Woordenlijst.org
Zoek hopen op Google
Zoek hopen op Wikipedia