voornaamste bestanddeel van iets, datgene wat het meeste voorkomt in iets
Voorbeelden:
`het hoofdbestanddeel van brood is meel`, `Suiker en cacaopoeder zijn de hoofdbestanddelen van chocola.`, `Ik eet fruit als hoofdbestanddeel van mijn ontbijt.`, `Een onmogelijke liefde vormt het hoofdbestanddeel van de film.`