het hockey

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈhɔki]
Afbreekpatroon:	hoc·key

teamsport met sticks en een bal ^sport

• 'Hockey' is een balsport voor teams van de hockeyfamilie. Een binnenvariant van hockey is zaalhockey.
• teamsport waarbij je met een stok een bal in het doel van de tegenpartij moet slaan vb: het doel dat bij hockey gebruikt wordt, is heel klein
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Sportterm), Engels balspel, dat op 't ijs gespeeld wordt, thans door de jeugd hier te lande ook op den grond, met de regels voor het voetbalspel. De bal wordt echter niet met den voet, maar met een, aan het einde afgeplatten stok weggeslagen.
• 1) Tak van sport 2) Veldsport 3) Balsport 4) Balspel met stick 5) Balspel 6) Olympische sport 7) Teamsport 8) Sport met een doel 9) Sport
• De lijn waar je achter staat om te gooien.

Toon uitgebreidere definities

• hockeybond• hockeyclub• hockeyen• hockeyer• hockeyspeler• hockeystadion• hockeystick• hockeytas• hockeyteam• hockeytoernooi• hockeytracker• hockeytrut• hockeytut• hockeyveld

• ijshockey• rolhockey• onderwaterhockey

hockey (balspel)

Is het 'de hockey' of 'het hockey'?

Het is 'het hockey', want hockey is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat hockey'.

Wat betekent hockey?

'teamsport met sticks en een bal'

Hoe spel je hockey?

hockey spel je H O C K E Y

Zoek hockey op Woordenlijst.org
Zoek hockey op Google
Zoek hockey op Wikipedia