hippen

werkw.
Uitspraak:  ['hɪpə(n)]
Afbreekpatroon:  hip·pen
Vervoegingen:  hipte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft, is gehipt (volt.deelw.)

kleine sprongetjes maken
Voorbeeld:  `Een musje hipt naar de broodkruimels.`
niet hippen  (zich niet verroeren, niet over de burg komen) `Toen het zijn beurt was, hipte hij niet.`


Synoniemen
trippen   

4 definities op Encyclo
  • zaadhulsel van het vlas - Voorbeeld: ‘Ommelands, alhier, aldaar, zetten de boeren reeds uit naar hun kouters en zij griebelden met de opene hand door de hippens van 't vlas’
  • 1) Wippen 2) Met beide benen tegelijk springen 3) Trippen 4) Springend voortgaan
  • springen
  • zich met kleine sprongen voortbewegen; met sprongetjes voortgaan; huppen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op hippen:
chippenshippendropshippen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
hippen = huppen (springen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hippen?
De verleden tijd van hippen is 'hipte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is gehipt'.
Wat betekent hippen?
'kleine sprongetjes maken'
Hoe spel je hippen?
hippen spel je H I P P E N
Wat is een ander woord voor hippen?
Een ander woord hippen is trippen.

Op andere websites
Zoek hippen op Woordenlijst.org
Zoek hippen op Google
Zoek hippen op Wikipedia