de hinder

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈhɪndər]
Afbreekpatroon:	hin·der

wat je hindert

Voorbeelden:	`iedere dag hinder ondervinden van de lange files`, `Drukke kinderen zijn mijn oude moeder tot hinder.`, `Ga je gang, ik heb er geen hinder van.`
Synoniemen:	last, ongemak

belemmering   bemoeilijking   benardheid   ergernis   knelpunt   last   ongemak   overlast   penarie   soesa   verlegenheid   

• •last, ongemak: "Wegenwerken veroorzaken meestal hinder voor de omwonenden."
• wat je stoort of belemmert vb: we hebben niet veel hinder van die bouwplaats Synoniemen: last ongemak Tegenstellingen: comfort gemak
• [Vergeten woorden] (vz., bw.) naar achteren, langs de achterkant van: hinder het huis lopen [in hinderen, = Duits hinter, ~ hindeme ‘achterste’, behinden, vgl. over naast boven en neder naast beneden]
• 1) Plaag 2) Schade 3) Belemmering 4) Moeilijkheid 5) Molest 6) Beletsel 7) Bemoeilijking 8) Burengerucht 9) Benardheid 10) Molestatie 11) Knelpunt 12) Ongemak 13) Stoornis 14) Afbreuk 15) Storing 16) Penarie 17) Last 18) Overlast 19) Ongerief 20) Mishand 21) Onregelmatigheid 22) Struikelblok 23) Verstoring
• algemeen, overheid: oude wetsterm, thans: nadelige gevolgen voor het milieu. ...

Toon uitgebreidere definities

• hinderen• hinderlaag• hinderlijk• hindernis• hindernisbaan• hindernisloop• hinderpaal• hinderpremie• hinderwet• hinderwetvergunning

• geurhinder• geluidshinder• geluidhinder

hinder (overlast)

Is het 'de hinder' of 'het hinder'?

Het is 'de hinder', want hinder is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die hinder'.

Wat betekent hinder?

'wat je hindert'

Hoe spel je hinder?

hinder spel je H I N D E R

Wat is een ander woord voor hinder?

Andere woorden voor hinder zijn belemmering, bemoeilijking, benardheid, ergernis, knelpunt, last, ongemak, overlast, penarie, soesa en verlegenheid.

Zoek hinder op Woordenlijst.org
Zoek hinder op Google
Zoek hinder op Wikipedia