hikken

werkw.
Uitspraak:  [ˈhɪkə(n)]
Afbreekpatroon:  hik·ken
Vervoegingen:  hikte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehikt (volt.deelw.)

de hik hebben
Voorbeeld:  `Het gaat niet over, ik blijf maar hikken.`
ergens tegenaan hikken  (niet ertoe komen om het te doen omdat je het moeilijk of niet prettig vindt,) `Ze hikt er erg tegenaan om het te zeggen.` Synoniem: ergens tegenop zien


Synoniemen
snikken   

3 definities op Encyclo
  • 1) Lichaamswerking 2) Nokken 3) Een hikkend geluid maken 4) Keelgeluid
  • de hik hebben
  • de hik hebben Jaar van herkomst: 1573 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op hikken:
beschikkenrangschikkenschikkeninschikkenin der minne schikkenherschikkenaanschikkenaanhikken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. hikken (de hik hebben)
  2. hikken (mikken, treffen)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hikken?
De verleden tijd van hikken is 'hikte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehikt'.
Wat betekent hikken?
'de hik hebben'
Hoe spel je hikken?
hikken spel je H I K K E N
Wat is een ander woord voor hikken?
Een ander woord hikken is snikken.

Op andere websites
Zoek hikken op Woordenlijst.org
Zoek hikken op Google
Zoek hikken op Wikipedia