de herenboer
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | ['herə(n)bur] |
| Afbreekpatroon: | he·ren·boer |
| Verbuigingen: | herenboeren (meerv.) |
rijke boer die knechten heeft om zijn land te bewerken | Voorbeeld: | `Door de mechanisering van de landbouw zijn er eigenlijk geen herenboeren meer.` | |
4 definities op Encyclo
- 1) Landbouwer 2) Agrarisch beroep 3) Rijke landbouwer
- boer die kapitaalkrachtig genoeg is om niet zelf zijn land te bewerken maar hiervoor personeel (dagloners) in dienst heeft; rijke boer
- Een 'herenboer' of 'scholtenboer' is een boer die voldoende kapitaal heeft om niet zelf het land te bewerken, maar hiervoor personeel in dienst heeft. In Nederland kwamen deze herenboeren vooral voor in Groninger Hogeland en het Oldambt, in mindere mate in de Groningse en Drentse veenkoloniën.
- heer die uit liefhebberij het boerenbedrijf uitoefent Jaar van herkomst: 1877 (WNT )
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
herenboer (heer die uit liefhebberij het boerenbedrijf uitoefent)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de herenboer' of 'het herenboer'?
Het is 'de herenboer', want herenboer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die herenboer'.
Wat is het meervoud van herenboer?
Het meervoud van herenboer is 'herenboeren'. Eén herenboer, twee herenboeren.
Wat betekent herenboer?
'rijke boer die knechten heeft om zijn land te bewerken'
Hoe spel je herenboer?
herenboer spel je H E R E N B O E R Op andere websites
Zoek
herenboer op Woordenlijst.org
Zoek
herenboer op Google
Zoek
herenboer op Wikipedia