hengelen

werkw.
Uitspraak:  ['hɛŋələ(n)]
Afbreekpatroon:  hen·ge·len
Vervoegingen:  hengelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehengeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met een hengel proberen te vangen
Voorbeelden:  `hij zit te hengelen aan het water`,
`een prul, gewonnen met hengelen op de kermis`

Zie ook:  hengel


Synoniemen
hengelsport   vissen   visvangen   

6 definities op Encyclo
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Toneel), woord voor woord den souffleur napraten omdat men zijn rol niet kent; letterlijk alles wat men zegt uit de diepte ophalen.
  • [Bargoens, boeventaal] de klink van een deur etc. lichten met behulp van een ijzerdraad.
  • (figuurlijk) (Amsterdams) vissen 02, 'vissen' naar complimenten
  • (letterlijk) (Amsterdams) vissen 01, met je hengeltje een vissie op het dorge proberen te krijgen
  • 1) Hengelsport 2) Vissen 3) Vissen naar 4) Sport 5) Sportvisserij 6) Visserij 7) Visvangen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met hengelen:
hengelen naar

Herkomst volgens etymologiebank.nl
hengelen

Taaladvies
Wat is juist: `Zij viste in troebel water`, of `Zij vistte in troebel water`? Zie Vissen: viste / vistte

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hengelen?
De verleden tijd van hengelen is 'hengelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehengeld'.
Wat betekent hengelen?
'met een hengel proberen te vangen'
Hoe spel je hengelen?
hengelen spel je H E N G E L E N
Wat is een ander woord voor hengelen?
Andere woorden voor hengelen zijn hengelsport, vissen en visvangen.

Op andere websites
Zoek hengelen op Woordenlijst.org
Zoek hengelen op Google
Zoek hengelen op Wikipedia