de hand

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[hɑnt]
Verbuigingen:	handen (meerv.)

uiteinde van je arm

Voorbeeld:	`door een ongeluk twee vingers van je rechterhand missen`
Wat is er aan de hand?	(wat gebeurt hier, wat is de reden (van het genoemde)) `Waarom staan jullie daar zo bij elkaar? Wat is er aan de hand?`
hand over hand toenemen	(steeds meer toenemen) `Het vandalisme neemt hier hand over hand toe.`
je hand ophouden	(geld vragen) `als je aan het einde van de maand blut bent, je hand ophouden bij je ouders` Synoniem: bedelen
je handen vol hebben aan	(het heel druk hebben met (iets of iemand))
met de handen in het haar zitten	(niet meer weten hoe je een probleem moet oplossen) `De winkelier zit met de handen in het haar, omdat al zijn personeel griep heeft.`
achter de hand hebben	((iets) in reserve hebben) `geld achter de hand hebben voor onverwachte kosten`
in de hand werken	((iets) veroorzaken of bevorderen)
op handen dragen	((iemand) erg waarderen) `op handen gedragen worden door je personeel`
uit de hand lopen	(verkeerd gaan en er niets aan kunnen doen) `De demonstratie liep volledig uit de hand toen de demonstranten de politie bekogelden.`
van de hand wijzen	(niet accepteren) `een voorstel van de hand wijzen`
voor de hand liggen	(vanzelfsprekend zijn) `Het ligt voor de hand dat ik mijn zieke vriend verzorg.`

jat   kant   klauw   knuist   poot   

• zwaar op de hand zijn (=zeer ernstig/zwaarmoedig van karakter zijn)
• zo het handje thuis tost, tost het nergens (=uiteindelijk gaat er niets boven het eigen huis)
• vissen met de handen vangen (=profiteren van het werk van anderen)
• vele handen maken licht werk (=als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan)
• van de hand slaan/wijzen (=niet aannemen)
Toon alle 90 spreekwoorden die hand bevatten

Hoe kun je met hand een ander begrip versterken?
je met hand en tand verzetten; met hand en tand verdedigen; beloven met de hand op het hart; hand over hand toenemen; in de handen wrijven van plezier
Hoe kun je hand krachtiger uitdrukken?
handen als kolenschoppen;

• Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 vóór de hand zagen: bij 't zagen de zaag loodrecht op en neer bewegen.
• hantvollen hantjen vol handvol, als aanduiding van een hoeveelheid. handvol, als aanduiding van een hoeveelheid.
• uitdr.: Voorbeeld: ‘vlug aan de hand’: handig, bijdehand - Voorbeeld: ‘Lida boog en rechtte haar lijf - o, ze was de schoonste van al, maar zonder dromerij in de ogen: de blijleutige deerne nu, vlug aan de hand, brad en vrolijk, met de klinkheldere lach gereed op de lippen en de blinkend witte pereltan...
• 'HAND' is een Belgische stripreeks die begonnen is in oktober 2002.
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Hand``] Zie Anker

Toon uitgebreidere definities

• hand- en spandiensten• hand-en-spandiensten• hand-out• handaandrijving• handafdruk• handalfabet• handarbeid• handarbeider• handbagage• handbak• handbal• handbalclub• handballen• handballer• handbalspeler• handbalster• handbalteam• handbaltoernooi• handbaltornooi• handbediening
• Toon alle woorden die beginnen met hand

• bijdehand• langzamerhand• linkerhand• naderhand• onderhand• onthand• overhand• rechterhand• voorhand• washand• zweethand• zo langzamerhand• winterhand• stormenderhand• mensenhand• marchand• kushand• kinderhand• hogerhand• gewapenderhand
• Toon alle woorden die eindigen op hand

hand (uiteinde van de arm)

Wat is de juiste uitdrukking:  iemand een handje toesteken of iemand een handje helpen? Zie handje toesteken / handje helpen

Is het 'de hand' of 'het hand'?

Het is 'de hand', want hand is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die hand'.

Wat is het meervoud van hand?

Het meervoud van hand is 'handen'. Eén hand, twee handen.

Wat betekent hand?

'uiteinde van je arm'

Hoe spel je hand?

hand spel je H A N D

Wat is een ander woord voor hand?

Andere woorden voor hand zijn jat, kant, klauw, knuist en poot.

Zoek hand op Woordenlijst.org
Zoek hand op Google
Zoek hand op Wikipedia