het halfjaar

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈhɑlfjar]
Afbreekpatroon:	half·jaar
Verbuigingen:	halfjaren (meerv.)

zes maanden

Voorbeeld:

`In het tweede halfjaar van vorig jaar is veel regen gevallen.`

semester   

• 1) Deel van het jaar 2) Zes maanden 3) Periode van zes maanden 4) Semester
• periode van de eerste dan wel de laatste zes maanden van een kalenderjaar; helft van een kalenderjaar helft van een jaar in boekhoudkundig, fiscaal of bedrijfsmatig opzicht, samenvallend met een van de jaarhelften van een kalenderjaar dan wel daarvan afwijkend helft van een studiejaar; semester periode van ze...

Toon uitgebreidere definities

• halfjaarlijks• halfjaarresultaat• halfjaarwinst

• zomerhalfjaar

Is half jaar (in twee woorden) goed of moet het halfjaar (één woord) zijn? Zie half jaar / halfjaar

Is het 'de halfjaar' of 'het halfjaar'?

Het is 'het halfjaar', want halfjaar is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat halfjaar'.

Wat is het meervoud van halfjaar?

Het meervoud van halfjaar is 'halfjaren'. Eén halfjaar, twee halfjaren.

Wat betekent halfjaar?

'zes maanden'

Hoe spel je halfjaar?

halfjaar spel je H A L F J A A R

Wat is een ander woord voor halfjaar?

Een ander woord halfjaar is semester.

Zoek halfjaar op Woordenlijst.org
Zoek halfjaar op Google
Zoek halfjaar op Wikipedia