hachelen
werkw.
| Uitspraak: | ['hɑxələ(n)] |
| Afbreekpatroon: | ha·che·len |
| Vervoegingen: | hachelde (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft gehacheld (volt.deelw.) |
informeel | Je kunt me de bout hachelen. | (je hebt niets in te brengen, je kunt de pot op) |
3 definities op Encyclo
- (Amsterdams) eten ('niet te hachelen')
- 1) Gulzig eten 2) Eten 3) Schransen 4) Eten (volkstaal)
- Spreekwoorden: (1914) Je kunt me de bout hachelen, een verwensching, die zooveel wil zeggen als stik, steek de moord, je kunt voor mijn part verrekken, loop naar den duivel; vgl. Harreb. III, XLIV a: Hij (zij) kan voor mijn part den bout hachelen; Kmz. 206: Je kunt mij de bout haggelen; Lvl. 195: Hij kan me z...
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
hachelen (gulzig eten)Taaladvies
Waar komt de zegswijze `Je kunt/kan me de bout hachelen` vandaan?
Zie De bout hachelenVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hachelen?
De verleden tijd van hachelen is 'hachelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehacheld'.
Hoe spel je hachelen?
hachelen spel je H A C H E L E N Op andere websites
Zoek
hachelen op Woordenlijst.org
Zoek
hachelen op Google
Zoek
hachelen op Wikipedia