het haantje

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['hancə]
Afbreekpatroon:	haan·tje
Verbuigingen:	haantjes (meerv.)

man die zich stoer gedraagt

Synoniem:

macho

branieschopper   jong mannelijk hoen   kemphaan   kleine haan   macho   ruziemaker   ruziezoeker   twiststoker   twistzoeker   vechter   

• haantje de voorste (=voortrekker - wie altijd op het voorplan wil staan)
Naar de spreekwoorden

• zie: TIETJE
• 1) Machoman 2) Macho 3) Ruziemaker 4) Vechter 5) Bazige man 6) Bazig persoon 7) Macho man 8) Twiststoker 9) Twistzoeker 10) Kemphaan 11) Branieschopper 12) Ruziezoeker
• kleine haan; jonge haan vlees van een haan als gerecht klaargemaakt, vaak gebraden voorstelling van een haan, bijvoorbeeld in de kunst haan die op een gebouw staat, meestal op een kerktoren, en dient als windwijzer man die zich bazig of als een macho gedraagt en zichzelf graag op de voorgrond plaatst In een h...

Toon uitgebreidere definities

• haantje-de-voorste• haantjesgedrag

• kokhaantje• elzenhaantje

haantje

Is het 'de haantje' of 'het haantje'?

Het is 'het haantje', want haantje is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat haantje'.

Wat is het meervoud van haantje?

Het meervoud van haantje is 'haantjes'. Eén haantje, twee haantjes.

Wat betekent haantje?

'man die zich stoer gedraagt'

Hoe spel je haantje?

haantje spel je H A A N T J E

Wat is een ander woord voor haantje?

Andere woorden voor haantje zijn branieschopper, jong mannelijk hoen, kemphaan, kleine haan, macho, ruziemaker, ruziezoeker, twiststoker, twistzoeker en vechter.

Zoek haantje op Woordenlijst.org
Zoek haantje op Google
Zoek haantje op Wikipedia