de groothandel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['xrothɑndəl]
Afbreekpatroon:  groot·han·del
Verbuigingen:  groothandels (meerv.)

bedrijf dat producten aan andere ondernemers verkoopt en niet aan particulieren
Voorbeeld:  `groothandel voor de horeca`
Antoniem:  detailhandel


Synoniemen
grossier   grossierderij   detailhandel (antoniem)   

11 definities op Encyclo
  • 1) Gezamenlijke wederverkopers 2) Commerciële onderneming 3) Bedrijfstak 4) Bedrijf 5) Grossier 6) Grossierderij 7) Handel die aan de detaillist levert
  • bedrijf dat producten koopt bij fabrieken en doorverkoopt aan de detailhandel.
  • De handel tussen de producent en de detailhandel. Het gaat om de verkoop van goederen in grote aantallen en hoeveelheden.
  • De handel tussen de producent en de detailhandel. Het gaat om de verkoop van goederen in grote aantallen en hoeveelheden.
  • De hoofdfunctie van de groothandel is het ‘voortstuwen’ van goederenstromen.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met groothandel:
groothandelaar

Deze woorden eindigen op groothandel:
zelfbedieningsgroothandeldrankengroothandel

Herkomst volgens etymologiebank.nl
groothandel (koop en verkoop in het groot)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de groothandel' of 'het groothandel'?
Het is 'de groothandel', want groothandel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die groothandel'.
Wat is het meervoud van groothandel?
Het meervoud van groothandel is 'groothandels'. Eén groothandel, twee groothandels.
Wat betekent groothandel?
'bedrijf dat producten aan andere ondernemers verkoopt en niet aan particulieren'
Hoe spel je groothandel?
groothandel spel je G R O O T H A N D E L
Wat is een ander woord voor groothandel?
Andere woorden voor groothandel zijn grossier en grossierderij.
Wat is het tegenovergestelde van groothandel?
Een antoniem van groothandel is detailhandel.

Op andere websites
Zoek groothandel op Woordenlijst.org
Zoek groothandel op Google
Zoek groothandel op Wikipedia