groeien

werkw.

Uitspraak:	[ˈxrujə(n)]
Afbreekpatroon:	groei·en
Vervoegingen:	groeide (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is gegroeid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) groter worden of toenemen

Voorbeelden:	`Ik ben dit jaar vijf centimeter gegroeid.`, `Ons bedrijf is gegroeid, waardoor we meer personeel nodig hebben.`
Synoniemen:	toenemen, groter worden

2) (van gewassen) uit de grond komen

Voorbeeld:	`Er groeit onkruid in de tuin.`
Synoniem:	opkomen
Het groeit me boven het hoofd.	(ik kan het niet meer overzien)

3) zich geestelijk ontwikkelen

uit elkaar groeien	(steeds minder bij elkaar passen)
over (iets) heen groeien	((iets) verwerken) `Ik ben over het verlies van mijn vader heen gegroeid.`

Zie ook:

groei

aangroeien   aanwassen   aanwinnen   aanzwellen   de hoogte ingaan   gedijen   groei   groeiproces   groot worden   groter worden   omhooggaan   opgroeien   opzetten   stijgen   toenemen   vermeerderen   

• waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
• tegen de verdrukking in groeien (=ondanks zware omstandigheden toch vooruit komen)
• over het hoofd groeien (=niet meer onder controle te houden)
• ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
• luisteren naar groeien van het gras (=erg lui zijn)
Toon alle 10 spreekwoorden die groeien bevatten

Hoe kun je groeien krachtiger uitdrukken?
groeien als een kanker; groeien als kool
Uitdrukkingen die groeien betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
als paddenstoelen uit de grond schieten; welig tieren;

• (in grootte) toenemen
• (in grootte) toenemen Jaar van herkomst: 1100 (Willeram )
• • [erga] groter worden.
• groter of meer worden vb: het aantal leerlingen groeit groeien als kool [heel snel groeien] je zag hem groeien toen hij een complimentje kreeg [hij zag er heel trots uit]
• 1) Omhooggaan 2) Aankomen 3) Opzetten 4) Lichaamswerking 5) Groeiproces 6) Groot worden 7) Langer worden 8) Groter worden 9) Gedijen 10) Toenemen 11) Vermeerderen 12) Ontkiemen 13) Stijgen 14) Meer worden 15) Aanrijpen 16) Aanwassen 17) Aanwinnen 18) Aanzwellen 19) Wassen

Toon uitgebreidere definities

• aangroeien• doorgroeien• kromgroeien• ontgroeien• opgroeien• uitgroeien• volgroeien• vergroeien• begroeien• aaneengroeien• overgroeien

groeien (toenemen in grootte of omvang)

1. Schrijf je dit woord met een trema, of niet, groeiën of groeien? Zie groeien / groeiën
2. Waar komt Er is geen kruid tegen gewassen vandaan? Zie Er is geen kruid tegen gewassen
3. Wat is juist: de te verwachten groei of de te verwachte groei? Zie De te verwachte / verwachten groei

Wat is de verleden tijd van groeien?

De verleden tijd van groeien is 'groeide'. Het voltooid deelwoord is 'is gegroeid'.

Wat betekent groeien?

'groter worden of toenemen' en '(van gewassen) uit de grond komen' en 'zich geestelijk ontwikkelen'

Hoe spel je groeien?

groeien spel je G R O E I E N

Wat is een ander woord voor groeien?

Andere woorden voor groeien zijn aangroeien, aanwassen, aanwinnen, aanzwellen, de hoogte ingaan, gedijen, groei, groeiproces, groot worden, groter worden, omhooggaan, opgroeien, opzetten, stijgen, toenemen en vermeerderen.

Zoek groeien op Woordenlijst.org
Zoek groeien op Google
Zoek groeien op Wikipedia