het glazuur

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[xlaˈzyr]
Afbreekpatroon:	gla·zuur

1) glad glimmend laagje op aardewerk

Voorbeeld:

`Het glazuur is her en der gebarsten.`

2) beschermend laagje op je tanden en kiezen

Voorbeeld:	`Dit product kan bij overvloedig gebruik het glazuur van de tanden aantasten.`
Synoniem:	tandglazuur

glazuurwerk   tandglazuur   verglaassel   

• (tand) Glazuur (tand) is de glimmende beschermlaag om gebitselementen, email. [basiswoordenlijst groep 8]
• 1) Tandemail 2) Glazuurwerk 3) Glanzende deklaag 4) Glansende deklaag 5) Glasachtige laag 6) Frit 7) Glinsterende laag 8) Zoete laag op gebak 9) Email 10) Emaille 11) Emailleersel 12) Verglaassel 13) Deel van een tand 14) Bakartikel 15) Bakingrediënt 16) Hard laagje 17) Suiker
• Dun, meestal glanzend deklaagje. Categorie: Materialen > deklaag naar locatie of context.
• Een op de dakpan aangebrachte kleurlaag op basis van glas.
• glasachtige laag

Toon uitgebreidere definities

• glazuurwerk

• tandglazuur• suikerglazuur

glazuur (glasachtige laag)

Wat is correct:  Ik hou van koekjes met glazuur op of Ik hou van koekjes met glazuur erop? Zie met glazuur op / glazuur erop

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Is het 'de glazuur' of 'het glazuur'?

Het is 'het glazuur', want glazuur is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat glazuur'.

Wat betekent glazuur?

'glad glimmend laagje op aardewerk' en 'beschermend laagje op je tanden en kiezen'

Hoe spel je glazuur?

glazuur spel je G L A Z U U R

Wat is een ander woord voor glazuur?

Andere woorden voor glazuur zijn glazuurwerk, tandglazuur en verglaassel.

Op andere websites

Zoek glazuur op Woordenlijst.org
Zoek glazuur op Google
Zoek glazuur op Wikipedia