giechelen

werkw.

Uitspraak:	[ˈxixələ(n)]
Afbreekpatroon:	gie·che·len
Vervoegingen:	giechelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gegiecheld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(van meisjes) samen zachtjes lachen

Synoniem:

giebelen

giebelen   ginnegappen   

Hoe kun je giechelen krachtiger uitdrukken?
giechelen als een schoolmeisje;

• •een snelle, wat ingehouden vorm van lachen.
• zachtjes en onderdrukt lachen vb: de meisjes zaten achterin de kerk te giechelen
• 1) Lachen 2) Grinniken 3) Halfgesmoord lachen 4) Ginnegappen 5) Onderdrukt lachen 6) Zachtjes lachen 7) Manier van lachen 8) Gesmoord lachen 9) Gieren 10) Giebelen
• Giechelen is een vorm van lachen. Vooral meisjes kunnen goed giechelen. Dat doen ze niet omdat ze iets leuk vinden, maar meer om zich een houding te geven. Met giechelen kun je vaak maar moeilijk stoppen, het lijkt wel een beetje op de slappe lach. [basiswoordenlijst groep 4]
• halfgesmoord lachen Jaar van herkomst: 1573 (Plantijn )

Toon uitgebreidere definities

giechelen (ingehouden lachen op hoge toon)

Schrijf je geintje (= grapje) met ei of ij? Zie geintje / gijntje

Wat is de verleden tijd van giechelen?

De verleden tijd van giechelen is 'giechelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gegiecheld'.

Wat betekent giechelen?

'(van meisjes) samen zachtjes lachen'

Hoe spel je giechelen?

giechelen spel je G I E C H E L E N

Wat is een ander woord voor giechelen?

Andere woorden voor giechelen zijn giebelen en ginnegappen.

Zoek giechelen op Woordenlijst.org
Zoek giechelen op Google
Zoek giechelen op Wikipedia