geven

werkw.
Uitspraak:  ['xevə(n)]
Afbreekpatroon:  ge·ven
Vervoegingen:  gaf (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gegeven (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iemand iets) in de hand leggen, ook als geschenk
Voorbeelden:  `iemand een hand geven als je elkaar begroet of om iemand te feliciteren`,
`iemand die jarig is een cadeau geven`
Antoniem:  krijgen
Synoniem:  aanbieden

2) (iemand iets van je) laten ondervinden of laten merken
Voorbeelden:  `iemand een kus geven`,
`iemand een klap op zijn hoofd geven`,
`je mening geven`,
`De conducteur gaf het sein om te vertrekken.`
niet thuis geven  (niet beschikbaar zijn of (positief) reageren als dat verwacht wordt)

3) (iets voor anderen) organiseren
Voorbeelden:  `een feestje geven`,
`Franse les geven`

4) opleveren
Voorbeeld:  `Het gedwongen ontslag van de directeur geeft een hoop onrust.`
Synoniem:  veroorzaken
Dat geeft te denken.  (dat maakt dat je denkt dat er misschien iets mis is)

5)
Dat geeft niet/niets/niks.  (dat is niet erg)

Zie ook:  geef


Synoniemen
aanbieden   aangeven   aanreiken   afgeven   bezorgen   binnen gieten   doen toekomen   doneren   geneesmiddel toedienen   geneesmiddtoedienen   hechten aan   houden   iemand iets toedienen   ingeven   lenen   overgeven   overhandigen   reiken   schenken   toedienen   toesteken   verlenen   verstrekken   nemen (antoniem)   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
• vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
• tekst en uitleg geven (=verantwoording afleggen)
• te kennen geven (=laten verstaan)
• opzitten en pootjes geven (=zich onderwerpen aan een verplicht gesprek)
Toon alle 58 spreekwoorden die geven bevatten

7 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 een verbinding geven.
  • in: Voorbeeld: ‘het geeft’: er is (Dts.: es gibt) - Voorbeeld: ‘Waar 't andere jaren op die dag een drukte gaf van auto's, fietsen, (...); blijft het over heel de streek verlaten’ (Oorlogsdagboek - Augustus 21)
  • •overdragen van het bezit van iets aan iemand anders.
  • aanreiken, in zijn handen plaatsen vb: geef mij die schaal eens Tegenstellingen: nemen pakken aan iemand overhandigen die het mag houden vb: hij gaf mij een doos bonbons toen ik jarig was Synoniemen: schenken weggeven verstrekken afstaan Tegenstellingen: krijgen ontvangen verkrijgen incasseren zorgen dat het ...
  • 1) Van zich doen uitgaan 2) Schokken 3) Doen toekomen 4) Doneren 5) Verschaffen 6) Aanbieden 7) Houden 8) Rekenen 9) Verstrekken 10) Toewijden 11) Ter hand stellen 12) Lenen 13) Cadeau doen 14) Schenken 15) Iets verstrekken 16) Iets overhandigen 17) Iets bezorgen 18) Voorzien 19) Voeden 20) Bezorgen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met geven:
geven om

Deze woorden eindigen op geven:
aangevenafgevenbegevenblootgevendoorgevengegeveningevenlesgevenmeegevenomgevenopgevenovergevenprijsgeventeruggeventoegevenuitgevenvergevenvormgevenvrijgevenweergeven

Herkomst volgens etymologiebank.nl
geven (aanreiken, verstrekken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van geven?
De verleden tijd van geven is 'gaf'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gegeven'.
Wat betekent geven?
'(iemand iets) in de hand leggen, ook als geschenk' en '(iemand iets van je) laten ondervinden of laten merken' en '(iets voor anderen) organiseren' en 'opleveren' en ''
Hoe spel je geven?
geven spel je G E V E N
Wat is een ander woord voor geven?
Andere woorden voor geven zijn aanbieden, aangeven, aanreiken, afgeven, bezorgen, binnen gieten, doen toekomen, doneren, geneesmiddel toedienen, geneesmiddtoedienen, hechten aan, houden, iemand iets toedienen, ingeven, lenen, overgeven, overhandigen, reiken, schenken, toedienen, toesteken, verlenen en verstrekken.
Wat is het tegenovergestelde van geven?
Een antoniem van geven is nemen.

Op andere websites
Zoek geven op Woordenlijst.org
Zoek geven op Google
Zoek geven op Wikipedia