gebonden

bijv.naamw.

Uitspraak:	[xə'bɔndə(n)]
Afbreekpatroon:	ge·bon·den

1) (van soepen, sauzen) dikvloeibaar

Voorbeeld:	`gebonden tomatensoep`
Antoniem:	helder

2) als je een vaste partner hebt

Voorbeeld:	`Ik vind je erg aardig, maar ik ben helaas gebonden.`
Antoniem:	ongebonden

3)

gebonden zijn aan

(beperkt zijn in je vrijheid door) `Internetbedrijven zijn gebonden aan regels op het gebied van privacy en consumentenbescherming.` Synoniem: vastzitten aan

Zie ook:

binden

smeug   smeuïg   

• aan handen en voeten gebonden zijn (=geen kant op kunnen)
Naar de spreekwoorden

• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Muziek), z. legato zoveel als strenge stijl; zie ook Galante stijl.
• 1) Niet dun vloeibaar 2) Verschijningsvorm van een boek 3) Onvrij 4) Bezet 5) Met vaste partner 6) Gemis van vrije tijd 7) Vast 8) Dik vloeibaar 9) Niet vrij 10) Afhankelijk 11) Weinig vrijheid latend 12) Afhankelijk van een boek 13) Dik 14) Niet dun 15) Taaivloeibaar 16) Smeug 17) Smeuïg 18) In harde band
• De betaling van de belasting of het ontvangen van een subsidie of uitkering hangt samen met een bepaalde daad of voorwerp (bv. BTW gaat samen met de aankoop van een voorwerp; studietoelage gaat samen met onderwijs volgen); het genot van een sociaal goed (bv. onderwijs) is uiteraard gebonden aan het gebruik er...

Toon uitgebreidere definities

• gebondenheid

• kortaangebonden• wijkgebonden• waardegebonden• tijdgebonden• taalgebonden• plaatsgebonden• persoonsgebonden• ongebonden• membraangebonden• leerlinggebonden• leeftijdsgebonden• kindgebonden• geslachtsgebonden• gebouwgebonden• gebiedsgebonden• cultuurgebonden• contextgebonden• clubgebonden• aardgebonden

Wat betekent gebonden?

'(van soepen, sauzen) dikvloeibaar' en 'als je een vaste partner hebt' en ''

Hoe spel je gebonden?

gebonden spel je G E B O N D E N

Wat is een ander woord voor gebonden?

Andere woorden voor gebonden zijn smeug en smeuïg.

Zoek gebonden op Woordenlijst.org
Zoek gebonden op Google
Zoek gebonden op Wikipedia