de gang

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [xɑŋ]
Verbuigingen:  gangen (meerv.)

1) lange, smalle ruimte in een gebouw waar verschillende vertrekken op uitkomen
Voorbeeld:  `Het toilet is de laatste deur van de gang rechts.`

2) verloop van de gebeurtenissen
Voorbeelden:  `de gang van zaken`,
`iets in gang zetten`
Ga je gang!  (doe het zoals je het wilt doen)
Het gaat z'n gangetje.  (het gaat redelijk en rustig)

3) manier van gaan
Voorbeeld:  `De natuurlijke gangen van het paard zijn stap, draf en galop.`
Synoniem:  tred
met een slakkengangetje  (heel langzaam)

4) snelheid
gang maken  (steeds sneller gaan)
in volle gang  (op snelheid)

5) onderdeel van een maaltijd
Voorbeeld:  `een maaltijd van vier gangen: voorgerecht, soep, hoofdgerecht en dessert`


Synoniemen
corridor   dagreis   doen en laten   doorgang   doorloop   evolutie   excursie   gangpad   gerecht   loop   passage   reis   rit   snelheid   spoed   tempo   tocht   toer   tournee   tred   uitstapje   vaart   

Spreekwoorden en zegswijzen
• kromme gangen gaan (=omwegen maken, oneerlijk zijn)
• ijskoud zijn gang gaan (=zich nergens van aantrekken)
Naar de spreekwoorden

19 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 bestaat uit twee twesten, die steeds te samen geschoren worden. - Zie scheren. - Als de scheerder deze twee twesten op zijnen molen gewonden heeft, dan zegt men dat hij een gang geschoren heeft. De scheerder geeft aan den wever te kennen uit hoeveel ga...
  • Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 kring, een gedeelte der schijf, waarop de steenen gezet worden en waarin zij blijven loopen, totdat dit gedeelte niet meer bruikbaar is en men een volgenden kring moet nemen.
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal der smeden en koperslagers ` 1914 hengsel van een deur.
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 er is een gesprek aan den gang.
  • 1.het gaan uitdr.: Voorbeeld: ‘wel, kwalijk te gange zijn’: goed, slecht ter been zijn (DB) Voorbeeld: ‘Ze vroeg nog een en ander te weten over oude boerinnen die wel te gange waren en kosten naar de misse komen’ Voorbeeld: ‘Barisjan is kromgegroeid van de rhumatiek, kwalijk te gange, loopt al pagg...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met gang:
gangbaargangbaarheidgangbangengangboordgangdeurgangenstelselgangergangkastgangliongangmakengangmakergangmatgangmineraalgangnamstijlgangpadgangreengangsnelheidgangspilgangstagangstarapper
Toon alle woorden die beginnen met gang

Deze woorden eindigen op gang:
achteruitgangdiepgangdoorganggedachtegangingangjaargangzijingangnooduitgangomgangondergangovergangstoelgangteloorgangtoeganguitgangvoortgangvooruitgangzonsondergangzonsopgangmartelgang
Toon alle woorden die eindigen op gang

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. gang (bende)
  2. gang (loop, doorloop)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de gang' of 'het gang'?
Het is 'de gang', want gang is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die gang'.
Wat is het meervoud van gang?
Het meervoud van gang is 'gangen'. Eén gang, twee gangen.
Wat betekent gang?
'lange, smalle ruimte in een gebouw waar verschillende vertrekken op uitkomen' en 'verloop van de gebeurtenissen' en 'manier van gaan' en 'snelheid' en 'onderdeel van een maaltijd'
Hoe spel je gang?
gang spel je G A N G
Wat is een ander woord voor gang?
Andere woorden voor gang zijn corridor, dagreis, doen en laten, doorgang, doorloop, evolutie, excursie, gangpad, gerecht, loop, passage, reis, rit, snelheid, spoed, tempo, tocht, toer, tournee, tred, uitstapje en vaart.

Op andere websites
Zoek gang op Woordenlijst.org
Zoek gang op Google
Zoek gang op Wikipedia