futloos

bijv.naamw.

Uitspraak:	['fʏtlos]
Afbreekpatroon:	fut·loos

zonder zin en energie

Voorbeeld:

`Ik voel me vandaag hangerig en futloos.`

dof   drassig   energieloos   flauw   kletsnat   lamlendig   landerig   levenloos   lusteloos   mat   ontoereikend   sentimenteel   slap   vervelend   vruchteloos   week   

• 1) Mat 2) Levenloos 3) Lamlendig 4) Lamzalig 5) Drassig 6) Landerig 7) Loom 8) Zonder energie 9) Zonder kracht 10) Zonder pit 11) Machteloos 12) Week 13) Druilerig 14) Ontoereikend 15) Uitgemergeld 16) Verveeld 17) Flauw 18) Lusteloos 19) Inert 20) Zwak 21) Wee 22) Waterig 23) Waterachtig 24) Energieloos
• zonder fut; geen energie, kracht en lust hebbend (om iets te doen); op lusteloze wijze; energieloos; krachteloos; lusteloos van geen of weinig fut getuigend; slap niet veerkrachtig; slap

Toon uitgebreidere definities

• futloosheid

Wat betekent futloos?

'zonder zin en energie'

Hoe spel je futloos?

futloos spel je F U T L O O S

Wat is een ander woord voor futloos?

Andere woorden voor futloos zijn dof, drassig, energieloos, flauw, kletsnat, lamlendig, landerig, levenloos, lusteloos, mat, ontoereikend, sentimenteel, slap, vervelend, vruchteloos en week.

Zoek futloos op Woordenlijst.org
Zoek futloos op Google
Zoek futloos op Wikipedia