friemelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfrimələ(n)]
Afbreekpatroon:  frie·me·len
Vervoegingen:  friemelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gefriemeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

onrustig met je vingers bewegen
Voorbeeld:  `zenuwachtig friemelen aan je zakdoek`
Synoniemen:  frunniken, frommelen


Synoniemen
foezelen   frommelen   frunniken   frutselen   

3 definities op Encyclo
  • 1) Prutsen 2) Futselen 3) Frunniken 4) Frutselen 5) Peuteren 6) Foezelen 7) Frommelen 8) Morrelen
  • onrustig met de vingers bewegen
  • peuteren Jaar van herkomst: 1889 (WNT knijpen )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
friemelen (onrustige bewegingen met de vingers maken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van friemelen?
De verleden tijd van friemelen is 'friemelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gefriemeld'.
Wat betekent friemelen?
'onrustig met je vingers bewegen'
Hoe spel je friemelen?
friemelen spel je F R I E M E L E N
Wat is een ander woord voor friemelen?
Andere woorden voor friemelen zijn foezelen, frommelen, frunniken en frutselen.

Op andere websites
Zoek friemelen op Woordenlijst.org
Zoek friemelen op Google
Zoek friemelen op Wikipedia