forceren

werkw.
Uitspraak:  [fɔrˈserə(n)]
Afbreekpatroon:  for·ce·ren
Vervoegingen:  forceerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geforceerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met geweld openmaken
Voorbeeld:  `een slot forceren`

2) met dwang of geweld proberen te bereiken
Voorbeeld:  `een beslissing forceren`
een geforceerde glimlach  (een gemaakte, onechte glimlach)
zich forceren  (zich teveel inspannen)


Synoniemen
afbreken   afdwingen   beëindigen   beschadigen   dwingen   ontbinden   opdringen   openbreken   opheffen   overbelasten   stukmaken   verbreken   verbrijzelen   

8 definities op Encyclo
  • 'Forceren' is een mechanische vormgevingstechniek voor metalen waarbij het metaal in een bepaalde vorm wordt gedwongen. Forceren wordt meestal gedaan op een draaibank waarbij het metaal over een vorm wordt gedwongen door er hard tegen te duwen terwijl het ronddraait.
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Forceren``] Zich met geweld eenen doortogt banen
  • met geweld openmaken vb: de deur is door de politie geforceerd beschadigen door het met geweld aan te pakken vb: deze lade is geforceerd en daardoor uit zijn model een oplossing forceren [doordrukken]
  • 1) Ontbinden 2) Dwingen 3) Noodzaken 4) Bruuskeren 5) Verbrijzelen 6) Kraken 7) Beschadigen 8) Overbelasten 9) Afbreken 10) Opdringen 11) Openbreken 12) Stukmaken 13) Opheffen 14) Overweldigen 15) Afdwingen 16) Doordrijven 17) Met geweld iets doordrijven 18) Met geweld iets doorzetten 19) Met kracht openen
  • met geweld openen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
forceren (met geweld verbreken of openbreken; op onnatuurlijke wijze tot stand brengen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van forceren?
De verleden tijd van forceren is 'forceerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geforceerd'.
Wat betekent forceren?
'met geweld openmaken' en 'met dwang of geweld proberen te bereiken'
Hoe spel je forceren?
forceren spel je F O R C E R E N
Wat is een ander woord voor forceren?
Andere woorden voor forceren zijn afbreken, afdwingen, beëindigen, beschadigen, dwingen, ontbinden, opdringen, openbreken, opheffen, overbelasten, stukmaken, verbreken en verbrijzelen.

Op andere websites
Zoek forceren op Woordenlijst.org
Zoek forceren op Google
Zoek forceren op Wikipedia