fonkelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfɔŋkələ(n)]
Afbreekpatroon:  fon·ke·len
Vervoegingen:  fonkelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gefonkeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

fel en beweeglijk licht geven
Voorbeeld:  `Sterren fonkelden aan de donkere hemel.`
Synoniemen:  flonkeren, schitteren, glinsteren,


Synoniemen
blinken   flikkeren   flonkeren   fonkeling   glanzen   glimmen   glinsteren   glitter   schijnen   schitteren   schittering   sprankelen   stralen   twinkelen   

Intensiveringen
Hoe kun je met fonkelen een ander begrip versterken?
fonkelnieuw;

4 definities op Encyclo
  • felle lichtjes uitstralen die bewegen vb: haar ring fonkelde in het donker Synoniemen: schitteren flonkeren glinsteren sprankelen
  • 1) Flonkeren 2) Flikkeren 3) Glinsteren 4) Gloeien 5) Stralen 6) Branden 7) Schijnen 8) Glimmen 9) Sprankelen 10) Fonkeling 11) Petilleren 12) Twinkelen 13) Sparkelen 14) Blinken 15) Schitteren 16) Schitteren van de ogen 17) Schittering 18) Scintilleren 19) Glanzen 20) Levendig glanzen
  • Fonkelen is flonkeren . [basiswoordenlijst groep 6]
  • levendig glanzen Jaar van herkomst: 1812 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met fonkelen:
fonkelend

Herkomst volgens etymologiebank.nl
fonkelen (levendig stralen of glanzen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van fonkelen?
De verleden tijd van fonkelen is 'fonkelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gefonkeld'.
Wat betekent fonkelen?
'fel en beweeglijk licht geven'
Hoe spel je fonkelen?
fonkelen spel je F O N K E L E N
Wat is een ander woord voor fonkelen?
Andere woorden voor fonkelen zijn blinken, flikkeren, flonkeren, fonkeling, glanzen, glimmen, glinsteren, glitter, schijnen, schitteren, schittering, sprankelen, stralen en twinkelen.

Op andere websites
Zoek fonkelen op Woordenlijst.org
Zoek fonkelen op Google
Zoek fonkelen op Wikipedia