fluctueren

werkw.
Uitspraak:  [flʏkty'werə(n)]
Afbreekpatroon:  fluc·tu·e·ren
Vervoegingen:  fluctueerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gefluctueerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

telkens weer verschillend zijn
Voorbeelden:  `De dichtheid van de atmosfeer van Mars kan sterk fluctueren.`,
`Door de politieke onrust fluctueert de benzineprijs.`
Synoniemen:  variëren, schommelen, wisselen,


Synoniemen
gevarieerd   golven   variëren   varierend   

2 definities op Encyclo
  • Schommelen
  • 1) Dobberen 2) Variërend 3) Variëren 4) Golven 5) Weifelen 6) Rijzen en dalen 7) Schommelen 8) Op en neer gaan 9) Gevarieerd
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
fluctueren (veranderlijk zijn, schommelen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van fluctueren?
De verleden tijd van fluctueren is 'fluctueerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gefluctueerd'.
Wat betekent fluctueren?
'telkens weer verschillend zijn'
Hoe spel je fluctueren?
fluctueren spel je F L U C T U E R E N
Wat is een ander woord voor fluctueren?
Andere woorden voor fluctueren zijn gevarieerd, golven, variëren en varierend.

Op andere websites
Zoek fluctueren op Woordenlijst.org
Zoek fluctueren op Google
Zoek fluctueren op Wikipedia