flankeren

werkw.

Uitspraak:	[flɑŋ'kerə(n)]
Afbreekpatroon:	flan·ke·ren
Vervoegingen:	flankeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geflankeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zich aan één of meer kanten van (iets) bevinden

Voorbeeld:	`De auto van de minister werd geflankeerd door motoragenten.`
flankeren beleid	(beleid dat de uitvoering van een maatregel of wet ondersteunt)

12 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Flankeren``] 1o. De dienst van flankeur verrigten. 2o. Zich in de flank van een eigen of van een vijandelijk korps bevinden. 3o. Bestrijken
aan twee kanten omgeven vb: het huis werd geflankeerd door twee rijen berken
1) Geleiden 2) Van terzijde dekken 3) Aan twee kanten omgeven 4) Terzijdedekken 5) Vergezellen 6) Escorteren
Andere benaming voor bestrijken.
Andere benaming voor bestrijken.

Deze woorden beginnen met flankeren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van flankeren is 'flankeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geflankeerd'.

'zich aan één of meer kanten van (iets) bevinden'

flankeren spel je F L A N K E R E N

Op andere websites

Recentelijk gezocht