fladderen

werkw.

Uitspraak:	[ˈflɑdərə(n)]
Afbreekpatroon:	flad·de·ren
Vervoegingen:	fladderde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gefladderd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

vliegen met vleugels die heel snel op en neer gaan

Voorbeeld:	`De jonge merel fladderde uit het nest.`
door het leven fladderen	(het leven niet al te serieus nemen)

flapperen   vliegen   wapperen   

• • [medisch] flutter, vorm van hartritme, waarbij de boezems of kamers zich zeer snel ritmisch samentrekken. •onhandig heen en weer vliegen met veel vleugelgeklap.
• vliegen met snel op-en-neergaande vleugels vb: de eenden fladderden weg ze fladdert door het leven [vat het leven luchtig op]
• 1) Onbeholpen vliegen 2) Dwarrelen 3) Wapperen 4) Ongelijkmatig vliegen 5) Flabberen 6) Met onregelmatige bewegingen vliegen 7) Flapperen 8) Vlinderen 9) Vliegen
• Engels:Flutter flutter, vorm van hartaritme, waarbij de boezems of kamers zich zeer snel ritmisch samentrekken
• hartritmestoornis, waarbij de kamers en boezems van het hart zeer snel ritmisch samentrekken (180 tot 400 keer per minuut).

Toon uitgebreidere definities

• fladderend

fladderen (ongelijkmatig vliegen)

Wat is de verleden tijd van fladderen?

De verleden tijd van fladderen is 'fladderde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gefladderd'.

Wat betekent fladderen?

'vliegen met vleugels die heel snel op en neer gaan'

Hoe spel je fladderen?

fladderen spel je F L A D D E R E N

Wat is een ander woord voor fladderen?

Andere woorden voor fladderen zijn flapperen, vliegen en wapperen.

Zoek fladderen op Woordenlijst.org
Zoek fladderen op Google
Zoek fladderen op Wikipedia