het filiaal

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[filiˈjal]
Afbreekpatroon:	fi·li·aal
Verbuigingen:	filialen (meerv.)

bedrijf dat bij een groter bedrijf hoort en dat ook dezelfde naam heeft

Voorbeelden:

`Die winkelketen heeft filialen in het hele land.`, `Ik werk op het hoofdkantoor maar mijn zus werkt op ons filiaal in Eindhoven.`

agentschap   bijkantoor   hulpkantoor   

• onderafdeling van een zaak vb: dit bedrijf heeft filialen in de drie grote steden
• Let op: Spelling van 1858 filial, Fr., kinderlijk, dochterlijk. Filiaal-bank, bijbank; filiaal-handel, bijhandelshuis
• Nederlandsche handelswoorden uit het Frans (1914): filiale, eigenlijk dochterkerk. Nu: bijzaak, bijinrichting.
• 1) Afzetplaats 2) Bijzaak 3) Bijwinkel 4) Kettingwinkel 5) Bijkantoor van een geldinstelling 6) Extra winkel 7) Hulpkantoor 8) Zetel 9) Betrekking hebbend 10) Vestiging 11) Agentschap 12) Kinderlijk 13) Bijhuis 14) Bijkantoor 15) Deel van een bedrijf 16) Dependance 17) Depot 18) Depotwinkel 19) Nevenvestiging...
• bijkantoor

Toon uitgebreidere definities

• filiaalbedrijf• filiaalchef• filiaalhouder• filiaalleider• filiaalmanager

• bankfiliaal

filiaal (bijkantoor, depotwinkel)

Is het 'de filiaal' of 'het filiaal'?

Het is 'het filiaal', want filiaal is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat filiaal'.

Wat is het meervoud van filiaal?

Het meervoud van filiaal is 'filialen'. Eén filiaal, twee filialen.

Wat betekent filiaal?

'bedrijf dat bij een groter bedrijf hoort en dat ook dezelfde naam heeft'

Hoe spel je filiaal?

filiaal spel je F I L I A A L

Wat is een ander woord voor filiaal?

Andere woorden voor filiaal zijn agentschap, bijkantoor en hulpkantoor.

Zoek filiaal op Woordenlijst.org
Zoek filiaal op Google
Zoek filiaal op Wikipedia