de fietsketting

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	['fitskɛtɪŋ]
Afbreekpatroon:	fiets·ket·ting
Verbuigingen:	fietskettingen (meerv.)

ketting van je fiets

Voorbeelden:

`De fietsketting is eraf gelopen; ik moet hem repareren.`, `je fietsketting smeren`

• 1) Rollerketting 2) Rijwielonderdeel 3) Plaatschalmketting 4) Rollenketting 5) Deel van een fiets
• Een 'fietsketting' is een onderdeel van een fiets. Op enkele uitzonderingen na (zoals baan- en historische fietsen) hebben fietskettingen een steek (de afstand tussen de asjes) van een halve inch (12,7 mm).
• Een fietsketting is een ketting die via de trapas de aandrijving van het achterwiel van een fiets verzorgt. [basiswoordenlijst groep 5]

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de fietsketting' of 'het fietsketting'?

Het is 'de fietsketting', want fietsketting is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die fietsketting'.

Wat is het meervoud van fietsketting?

Het meervoud van fietsketting is 'fietskettingen'. Eén fietsketting, twee fietskettingen.

Wat betekent fietsketting?

'ketting van je fiets'

Hoe spel je fietsketting?

fietsketting spel je F I E T S K E T T I N G

Zoek fietsketting op Woordenlijst.org
Zoek fietsketting op Google
Zoek fietsketting op Wikipedia