de fietsdag

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  fietsdagen
Verbuigingen:  fietsdagje

dag dat men fietst


Bron: WikiWoordenboek.

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de fietsdag' of 'het fietsdag'?
Het is 'de fietsdag', want fietsdag is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die fietsdag'.
Wat betekent fietsdag?
'dag dat men fietst'
Hoe spel je fietsdag?
fietsdag spel je F I E T S D A G

Op andere websites
Zoek fietsdag op Woordenlijst.org
Zoek fietsdag op Google
Zoek fietsdag op Wikipedia