de fietsband

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['fitsbɑnt]
Verbuigingen:  fietsbanden (meerv.)

rubberen ring met lucht erin rond een wiel van een fiets
Voorbeeld:  `je fietsbanden oppompen`


Synoniemen
band   

3 definities op Encyclo
  • •een binnen- of buitenband voor een fiets.
  • 1) Gummiband 2) Deel van een fiets 3) Tuub 4) Veloband 5) Band
  • Een 'fietsband' bestaat in de regel uit een binnen- en buitenband om de wielen van een fiets. De buitenband bestaat uit een karkas van koordlagen van langvezelige katoen, die het canvas vormen, en randen van gevlochten staaldraad.
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de fietsband' of 'het fietsband'?
Het is 'de fietsband', want fietsband is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die fietsband'.
Wat is het meervoud van fietsband?
Het meervoud van fietsband is 'fietsbanden'. Eén fietsband, twee fietsbanden.
Wat betekent fietsband?
'rubberen ring met lucht erin rond een wiel van een fiets'
Hoe spel je fietsband?
fietsband spel je F I E T S B A N D
Wat is een ander woord voor fietsband?
Een ander woord fietsband is band.

Op andere websites
Zoek fietsband op Woordenlijst.org
Zoek fietsband op Google
Zoek fietsband op Wikipedia