het fiasco

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fiˈjɑsko]
Afbreekpatroon:  fi·as·co
Verbuigingen:  fiasco's (meerv.)

grote mislukking
Voorbeeld:  `uitlopen op een fiasco`
Synoniemen:  flop, debacle


Synoniemen
afgang   debacle   echec   flop   mislukking   misrekening   misser   misslag   slag   sof   tegenvaller   teleurstelling   terugslag   

7 definities op Encyclo
  • Let op: Spelling van 1858 eene Italiaansch wijnmaat, welke omtrent met onze kan overeenkomt
  • Nederlandsche handelswoorden uit het Italiaans (1914): (flesch) mislukking.
  • 1) Slag 2) Zware tegenvaller 3) Afgang 4) Debacle 5) Blamage 6) Niet slagen 7) Massacre 8) Bankroet 9) Mandfles voor wijn 10) Misslag 11) Misser 12) Tegenvaller 13) Teleurstelling 14) Terugslag 15) Misrekening 16) Mislukking 17) Grote mislukking 18) Sof 19) Flop 20) Echec
  • Een 'fiasco' is een mandfles voor wijn. Deze fles - ommanteld met stro - werd in de late middeleeuwen ontwikkeld als bescherming tegen breuken.
  • mislukking
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
fiasco (mislukking)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de fiasco' of 'het fiasco'?
Het is 'het fiasco', want fiasco is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat fiasco'.
Wat is het meervoud van fiasco?
Het meervoud van fiasco is 'fiasco's'. Eén fiasco, twee fiasco's.
Wat betekent fiasco?
'grote mislukking'
Hoe spel je fiasco?
fiasco spel je F I A S C O
Wat is een ander woord voor fiasco?
Andere woorden voor fiasco zijn afgang, debacle, echec, flop, mislukking, misrekening, misser, misslag, slag, sof, tegenvaller, teleurstelling en terugslag.

Op andere websites
Zoek fiasco op Woordenlijst.org
Zoek fiasco op Google
Zoek fiasco op Wikipedia