het feit

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[fɛit]
Verbuigingen:	feiten (meerv.)

iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is

Voorbeeld:	`het is een feit dat...`
een vaststaand feit	(een feit dat zeker is)
een voldongen feit	(een feit waaraan je niets meer kunt veranderen)
een strafbaar feit plegen	(iets doen waarvoor je door de rechtbank kunt worden gestraft)
iemand met de neus op de feiten drukken	(iemand confronteren met de feiten)
De feiten spreken voor zich.	(er is verder geen toelichting nodig)
achter de feiten aanlopen	(maatregelen nemen of meningen geven op een moment dat die al achterhaald zijn)
de feiten verdraaien	(de zaken anders voorstellen dan ze in werkelijkheid zijn)
in feite	(eigenlijk, inderdaad)

feitelijkheid   gebeurtenis   incident   omstandigheid   voorval   

• iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je feit krachtiger uitdrukken?
harde feiten; vaststaand feit; voldongen feit;

• •een gebeurtenis of omstandigheid die werkelijk gebeurd is.
• wat bekend is of wat je weet vb: de feiten bewijzen dat hij het heeft gedaan achter de feiten aanlopen [pas iets doen als het te laat is] een strafbaar feit [iets waarvoor de rechter je kan straffen] in feite heeft hij gelijk [hij heeft inderdaad gelijk] het is een feit dat ... [het staat vast] de feiten aan ...
• 1) Iets dat vaststaat 2) Bewezen waarheid 3) Omstandigheid 4) Iets dat is gebeurd 5) Gedocumenteerde gebeurtenis 6) Vaststaand gegeven 7) Vaststaand iets 8) Vaststaande gebeurtenis 9) Vaststaande omstandigheid 10) Onweerlegbare waarheid 11) Onomstotelijk bewezen zaak 12) Onbetwistbare gebeurtenis 13) Objectie...
• daad, wat werkelijk is
• daad, wat werkelijk is Jaar van herkomst: 1294 (CG I Brugge )

Toon uitgebreidere definities

• feitelijk• feitelijkheid• feitencomplex• feitenkennis• feitenmateriaal• feitenonderzoek• feitenoverzicht• feitenrelaas• feitenresistent• feitenresistentie• feitenvrij

• wapenfeit• rechtsfeit

feit (omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat)

1. Is het correct een zin te beginnen met< i> feit is< /i>, < i>doel is< /i>,< i> voorwaarde is< /i>, < i>reden is< /i> enzovoort? Zie Feit is
2. Schrijf je feit (= iets wat vaststaat of gebeurd is) met ei of ij? Zie feit / fijt

Is het 'de feit' of 'het feit'?

Het is 'het feit', want feit is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat feit'.

Wat is het meervoud van feit?

Het meervoud van feit is 'feiten'. Eén feit, twee feiten.

Wat betekent feit?

'iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is'

Hoe spel je feit?

feit spel je F E I T

Wat is een ander woord voor feit?

Andere woorden voor feit zijn feitelijkheid, gebeurtenis, incident, omstandigheid en voorval.

Zoek feit op Woordenlijst.org
Zoek feit op Google
Zoek feit op Wikipedia