het familiebedrijf

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[fa'milibədrɛif]
Afbreekpatroon:	fa·mi·lie·be·drijf
Verbuigingen:	familiebedrijven (meerv.)

bedrijf dat voor een belangrijk deel eigendom is van en/of geleid wordt door leden van één familie

Voorbeeld:

`In Nederland zijn veel familiebedrijven.`

• • [economie] een bedrijf dat eigendom is van familieleden waarin vooral familieleden werken, of dat wordt overgeërfd in de familie.
• 1) Bedrijfsvorm 2) Onderneming met naasten
• Beursgenoteerde ondernemingen voldoen aan de definitie van familiebedrijf als de persoon die de onderneming opgericht of verworven heeft (aandelenkapitaal) of hun familieleden of afstammelingen 25 procent van de beslissingsbevoegdheid bezitten. In Nederland zijn 271.790 familiebedrijven.
• Onderneming waarbij een bepaalde familie eigenaar is van het bedrijf. Vaak is zo`n bedrijf al generaties lang in de familie.

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de familiebedrijf' of 'het familiebedrijf'?

Het is 'het familiebedrijf', want familiebedrijf is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat familiebedrijf'.

Wat is het meervoud van familiebedrijf?

Het meervoud van familiebedrijf is 'familiebedrijven'. Eén familiebedrijf, twee familiebedrijven.

Wat betekent familiebedrijf?

'bedrijf dat voor een belangrijk deel eigendom is van en/of geleid wordt door leden van één familie'

Hoe spel je familiebedrijf?

familiebedrijf spel je F A M I L I E B E D R I J F

Zoek familiebedrijf op Woordenlijst.org
Zoek familiebedrijf op Google
Zoek familiebedrijf op Wikipedia