fabriceren

werkw.
Uitspraak:  [fabriˈserə(n)]
Afbreekpatroon:  fa·bri·ce·ren
Vervoegingen:  fabriceerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gefabriceerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

iets in grote aantallen produceren
Voorbeeld:  `een bedrijf dat pijpleidingen fabriceert`


Synoniemen
aanmaken   fabrikeren   maakt   maken   produceren   vervaardigen   vervaardiging   voortbrengen   

6 definities op Encyclo
  • •een product door middel van werktuigen bewerken of vervaardigen.
  • (1) Het vervaardigen van producten, goederen, voorwerpen of zaken. (2) De handmatige of machinale activiteiten die leiden tot het maken van voorwerpen of zaken.
  • het in elkaar zetten, laten ontstaan vb: hij fabriceerde zelf een tuinbank Synoniemen: maken produceren vervaardigen creëren voortbrengen Tegenstellingen: vernietigen verwoesten vernielen
  • 1) Verdichten 2) Fabrieken 3) Maken 4) Scheppen 5) Maakt 6) Voortbrengen 7) Produceren 8) Vervaardigen 9) Vervaardiging 10) Verzinnen 11) Knutselen 12) Aanmaken
  • Fabriceren is een synoniem voor maken. [basiswoordenlijst groep 7]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op fabriceren:
prefabriceren

Herkomst volgens etymologiebank.nl
fabriceren (vervaardigen)

Taaladvies
Kun je spreken van een chemische fabriek (een fabriek waarin chemische processen een belangrijke rol spelen)? Zie een chemische fabriek 

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van fabriceren?
De verleden tijd van fabriceren is 'fabriceerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gefabriceerd'.
Wat betekent fabriceren?
'iets in grote aantallen produceren'
Hoe spel je fabriceren?
fabriceren spel je F A B R I C E R E N
Wat is een ander woord voor fabriceren?
Andere woorden voor fabriceren zijn aanmaken, fabrikeren, maakt, maken, produceren, vervaardigen, vervaardiging en voortbrengen.

Op andere websites
Zoek fabriceren op Woordenlijst.org
Zoek fabriceren op Google
Zoek fabriceren op Wikipedia