extern

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ɛksˈtɛrn]
Afbreekpatroon:	ex·tern

van buiten

Voorbeeld:	`het externe geheugen van de computer`
Antoniem:	intern
Synoniem:	uitwendig
de externe leerlingen van een kostschool	(de leerlingen die niet op de kostschool wonen maar er wel de lessen volgen)

uitwendig   uitwonend   intern (antoniem)   

• • [medisch] uitwendig. •van buiten afkomstig zijn.
• uitwonend vb: deze verpleegkundigen zijn extern aan de buitenkant vb: de oorzaak van het probleem ligt extern een extern geheugen [losse opslagruimte, niet in het apparaat]
• Let op: Spelling van 1858 uiterlijk. Externen, niet gehuisveste, buitenwonende scholieren, daggaanders
• Def.: geleverd door derden - in gebruik bij derden
• 1) Uitwonend leerling 2) Aan de buitenkant 3) Uitwendig 4) Uitgaand 5) Uiterlijk 6) Uitwonend 7) Van buitenaf 8) Niet inwonend 9) Buiten 10) Buitenshuis 11) Van buiten 12) Buitenwonend

Toon uitgebreidere definities

• externaat• externaliteit• externe

extern (uitwendig)

Hoe moet je het woord extern afbreken als het niet in zijn geheel op de regel past? Zie extern: waar breek je het af?

Wat betekent extern?

'van buiten'

Hoe spel je extern?

extern spel je E X T E R N

Wat is een ander woord voor extern?

Andere woorden voor extern zijn uitwendig en uitwonend.

Wat is het tegenovergestelde van extern?

Een antoniem van extern is intern.

Zoek extern op Woordenlijst.org
Zoek extern op Google
Zoek extern op Wikipedia