evalueren

werkw.

Uitspraak:	[evalyˈwerə(n)]
Afbreekpatroon:	eva·lu·e·ren
Vervoegingen:	evalueerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geëvalueerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een situatie achteraf beoordelen

Synoniemen

9 definities op Encyclo

na afloop bespreken wat iedereen ervan vond vb: we moeten de gang van zaken goed evalueren
1) Ontwikkelen 2) Nabeschouwen 3) Nabespreken 4) Napraten 5) Beoordelen 6) Begroten 7) Achteraf beoordelen 8) Schatten 9) Waardeschatting 10) Keuren 11) Taxeren
Achteraf beoordelen van een proces op de resultaten en de gang van zaken ervan, en daaruit conclusies trekken voor soortgelijke processen in de toekomst (lessons learned).
achteraf bespreken hoe taken zijn uitgevoerd
Evalueren is nabespreken: wat is er goed gegaan, wat fout? Hoe kan iets beter? Soms wordt dat ook tussentijds gedaan. [basiswoordenlijst groep 8]

Deze woorden eindigen op evalueren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van evalueren is 'evalueerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geëvalueerd'.

'een situatie achteraf beoordelen'

evalueren spel je E V A L U E R E N

Andere woorden voor evalueren zijn beoordelen en keuren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht