I emeritus

bijv.naamw.
Afbreekpatroon:  eme·ri·tus
Herkomst:  «Latijn

oudgediende, rustend
Voorbeeld:  `een emeritus hoogleraar, een emeritus predikant`


II emeritus

zelfst.naamw.
Afbreekpatroon:  eme·ri·tus

iemand die zijn emeritaat heeft
Voorbeeld:  `(mannelijk: emeriti, vrouwelijk: emerita)`
Synoniem:  veteraan


5 definities op Encyclo
  • (E., Em, emer.) emeritus
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Emeritus``] Romeinsch krijgsman, die zijnen diensttijd eervol volbragt had. Deze diensttijd bedroeg 20 jaren of beter gezegd veldtogten bij het voetvolk of 10 jaren bij de ruiterij
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] rustend predikant of hoogleeraar. Van Latijn emereri = uitdienen; een uitgediende, een oudgediende, bij latere Romeinsche schrijvers.
  • 1) In ruste 2) Gepensioneerd 3) Bejaarde voorganger 4) Gepensioneerde dominee 5) Gepensioneerde hoogleraar 6) Met ambtsrust 7) Niet meer in functie 8) Niet actief 9) Predikant in ruste 10) Ex-predikant 11) Oudgediende 12) Oud-dominee 13) Rustend predikant 14) Op rust 15) Rustend 16) Rustende geestelijke
  • zijn ambt neergelegd hebbend Jaar van herkomst: 1658 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met emeritus:
emeritus-hoogleraar

Herkomst volgens etymologiebank.nl
emeritus (rustend van hoogleraar of geestelijke)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent emeritus?
'oudgediende, rustend'
Hoe spel je emeritus?
emeritus spel je E M E R I T U S

Op andere websites
Zoek emeritus op Woordenlijst.org
Zoek emeritus op Google
Zoek emeritus op Wikipedia