emanciperen

werkw.

Uitspraak:	[emɑnsi'perə(n)]
Afbreekpatroon:	eman·ci·pe·ren
Vervoegingen:	emancipeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geëmancipeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen voor gelijke rechten en zelfstandigheid (van mensen)

Voorbeelden:

`De politiek moet mensen emanciperen, niet betuttelen.`, `Mannen helpen wel in het huishouden maar psychologisch emanciperen ze nog steeds niet.`

banen   bevrijden   ontvoogden   verlossen   vrijmaken   vrijvechten   

• 1) Aanpassen 2) Zich losmaken van conventies 3) Banen 4) Verlossen 5) Gelijkstellen voor de wet 6) Ontvoogden 7) Vrijvechten 8) Bevrijden van sociale belemmeringen 9) Bevrijden van belemmeringen 10) Bevrijden 11) Vrijmaken
• mensenrechten: streven naar of toekenning van gelijkrechtigheid. Bijv. tussen mannen en vrouwen. ...
• mondig verklaren Jaar van herkomst: 1570 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

emanciperen (vrijmaken, gelijkstellen)

Wat is de verleden tijd van emanciperen?

De verleden tijd van emanciperen is 'emancipeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geëmancipeerd'.

Wat betekent emanciperen?

'zorgen voor gelijke rechten en zelfstandigheid (van mensen)'

Hoe spel je emanciperen?

emanciperen spel je E M A N C I P E R E N

Wat is een ander woord voor emanciperen?

Andere woorden voor emanciperen zijn banen, bevrijden, ontvoogden, verlossen, vrijmaken en vrijvechten.

Zoek emanciperen op Woordenlijst.org
Zoek emanciperen op Google
Zoek emanciperen op Wikipedia