eigen

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ˈɛixə(n)]
Afbreekpatroon:	ei·gen

van jezelf

Voorbeelden:	`Bemoei je met je eigen zaken!`, `op eigen risico`
je het Nederlands eigen maken	(Nederlands leren) Synoniem: vertrouwd
op eigen benen staan	(zelfstandig zijn)

aangeboren   afzonderlijk   apart   bijzonder   eigenzinnig   inherent   natuurlijk   particulier   persoonlijk   van nature aanwezig   vertrouwd   vreemd   zonderling   vreemd (antoniem)   

• zijn eigen luizen bijten hem (=hij wordt gekweld door zijn eigen kinderen)
• ze staat in haar eigen licht (=ze is trots op zichzelf)
• wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
• wie luistert aan de wand verneemt zijn eigen schand (=wie anderen afluistert, kan wel eens iets negatiefs over zichzelf horen)
• voor zijn eigen deur vegen (=zijn eigen problemen oplossen)
Toon alle 49 spreekwoorden die eigen bevatten

Hoe kun je eigen krachtiger uitdrukken?
bloedeigen;

• 1.met het bez. vnw.: eigen persoon (WNT) Voorbeeld: ‘Ze raasrulden nog wat bij hun eigen’ Voorbeeld: ‘Hij werd kwaad in zijn eigen’ 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘op zijn eigen staan’: alleen, aan zichzelf overgelaten Voorbeeld: ‘Molenaar en schaper zijn de zonderlingen, de aardigaards die op hun eigen ...
• 1.verwant (DB) Voorbeeld: ‘Gelukkig..., er was moeder, waarmede Lieveke zich eigen voelde’ 2.niet aan anderen toebehorend, een bijzonder kenmerk vormend, iets persoonlijks verlenend of uitmakend (WNT) Voorbeeld: ‘De dorpen, eigen van uitzicht, met eigen aanleg, bouwtrant en lijnenspel’
• (Amsterdams) familie
• •op zichzelf betrekking hebbend. •typisch (voor).
• van jezelf vb: dat zijn mijn eigen zaken je een vreemde taal eigen maken [een vreemde taal leren] eigen baas zijn [niet in loondienst] in haar eigen belang [in het belang van haarzelf] uit eigen beweging kwam hij [we vroegen het niet] de burgemeester in eigen persoon [de burgemeester zelf]

Toon uitgebreidere definities

• eigen haard• eigen risico• eigen-schuld-dikke-bultprincipe• eigenaar• eigenaardig• eigenaardigheid• eigenaarschap• eigenaarsfamilie• eigenaarsgroep• eigenaarsvereniging• eigenarenonderhoud• eigenarenvereniging• eigenares• eigenaresse• eigenbaat• eigenbelang• eigendom• eigendommen• eigendomsbeker• eigendomsbewijs
• Toon alle woorden die beginnen met eigen

• bedreigen• dreigen• neigen• zone-eigen• volkseigen• taaleigen• streekeigen• soorteigen• oneigen• hoogsteigen• bloedeigen
• Toon alle woorden die eindigen op eigen

eigen (van iemand of iets zelf, vertrouwd)

Wat betekent eigen?

'van jezelf'

Hoe spel je eigen?

eigen spel je E I G E N

Wat is een ander woord voor eigen?

Andere woorden voor eigen zijn aangeboren, afzonderlijk, apart, bijzonder, eigenzinnig, inherent, natuurlijk, particulier, persoonlijk, van nature aanwezig, vertrouwd, vreemd en zonderling.

Wat is het tegenovergestelde van eigen?

Een antoniem van eigen is vreemd.

Zoek eigen op Woordenlijst.org
Zoek eigen op Google
Zoek eigen op Wikipedia