de econoom

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ekoˈnom]
Afbreekpatroon:  eco·noom
Verbuigingen:  economen (meerv.)

de eco|nome

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ekoˈ|nomə]
Afbreekpatroon:  eco·noom
Verbuigingen:  economen (meerv.)

deskundige in de economie


4 definities op Encyclo
  • 1) Staatshuishoudkundige 2) Administrateur 3) Keukengerei 4) Landhuishoudkundige 5) Expert in huishoudkunde 6) Staathuishoudkundige 7) Beoefenaar van de staathuishoudkunde 8) Huishoudkundige 9) Beroep 10) Specialist in de huishoudkunde 11) Wetenschapper 12) Adviseur
  • Ander woord voor een dunschiller (Een mesje waarmee men aardappels, komkommers, etc dun kan schillen)
  • Een deskundige die zich bezig houdt met de bestudering of de toepassing van de economische wetenschap.
  • staathuishoudkundige
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op econoom:
milieueconoomhoofdeconoombedrijfseconoom

Herkomst volgens etymologiebank.nl
econoom

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de econoom' of 'het econoom'?
Het is 'de econoom', want econoom is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die econoom'.
Wat is het meervoud van econoom?
Het meervoud van econoom is 'economen'. Eén econoom, twee economen.
Wat betekent eco|nome?
'deskundige in de economie'
Hoe spel je eco|nome?
eco|nome spel je E C O Hoofdletter-| N O M E

Op andere websites
Zoek econoom op Woordenlijst.org
Zoek econoom op Google
Zoek econoom op Wikipedia