I de duur

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:

[dyr]

lengte in tijd gemeten

Voorbeeld:	`Zijn zangcarrière was van korte duur.`
op den duur	(na enige tijd)
op de lange duur	(uiteindelijk)

II duur

bijv.naamw.

Uitspraak:

[dyr]

met een hoge prijs

Voorbeeld:	`een duur horloge`
Antoniemen:	goedkoop, voordelig
Synoniemen:	prijzig, kostbaar
Dat komt je duur te staan.	(dat zal nare gevolgen voor je hebben)
je huid duur verkopen	(jezelf tot het uiterste verdedigen)
Doe niet zo duur!	(doe niet zo overdreven gewichtig)

hooggeprijsd   kostbaar   lengte   prijzig   tijdsduur   tijdspanne   zit   goedkoop (antoniem)   voordelig (antoniem)   

• rust noch duur hebben (=erg onrustig zijn)
• je vel duur verkopen (=het slechts onder de grootste druk opgeven)
• je huid duur verkopen (=het niet gemakkelijk opgeven)
• goede raad is duur (=bijna te moeilijk om raad te kunnen geven)
• de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
Toon alle 7 spreekwoorden die duur bevatten

Hoe kun je met duur een ander begrip versterken?
dure eed; dure plicht
Hoe kun je duur krachtiger uitdrukken?
peperduur; poepduur; schreeuwend duur; schreeuwend duur; schrikbarend duur; stervensduur
Uitdrukkingen die duur betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
een aanslag op je portemonnee; een flinke duit kosten; een lieve duit kosten;

• Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 maximum, minimum duur van een gesprek.
• uitdr.: Voorbeeld: ‘door de duur’: ten laatste, eindelijk - Voorbeeld: ‘Door de duur werden de landlieden gewend aan het oorlogsleven’
• [I] het (voort)duren [II] kostbaar
• •niet goedkoop.
• tijd die ergens voor nodig is vb: zijn verdriet was van korte duur op den duur, op de lange duur [na verloop van tijd]

Toon uitgebreidere definities

• duurbaar• duurbetaald• duurkoop• duurloop• duurrecord• duursport• duursporter• duurte• duurtijd• duurvermogen• duurzaam• duurzaam toerisme• duurzaamheid• duurzaamheidbeleid• duurzaamheidsambtenaar• duurzaamheidsbeleid• duurzaamheidsdoel

• peperduur• zwangerschapsduur• zittingsduur• ziekteduur• zenduur• woonduur• werkduur• tijdsduur• superduur• stervensduur• speelduur• reisduur• poepduur• periodeduur• levensduur• geldigheidsduur• gebruiksduur• einduur• cursusduur• contractsduur

1. duur (het voort duren)
2. duur (prijzig)

1. Kost iets duur of is iets duur? Zie Duur kosten / zijn
2. Wat is de juiste vorm: op de duur of op den duur? Zie Op de duur / op den duur
3. Is kostelijk in de betekenis van `duur` correct? Zie Kostelijk / duur, kostbaar

Is het 'de duur' of 'het duur'?

Het is 'de duur', want duur is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die duur'.

Wat betekent duur?

'lengte in tijd gemeten'

Hoe spel je duur?

duur spel je D U U R

Wat is een ander woord voor duur?

Andere woorden voor duur zijn hooggeprijsd, kostbaar, lengte, prijzig, tijdsduur, tijdspanne en zit.

Wat is het tegenovergestelde van duur?

Antoniemen van duur zijn goedkoopgoedkoop, voordelig en voordelig.

Zoek duur op Woordenlijst.org
Zoek duur op Google
Zoek duur op Wikipedia