duizelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈdœyzələ(n)]
Afbreekpatroon:  dui·ze·len
Vervoegingen:  duizelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geduizeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

duizelig maken;
in verwarring brengen
Voorbeeld:  `Die ontdekking deed de geleerden duizelen.`
het duizelt me  (het wordt me te veel, ik kan het niet meer begrijpen) `Ik heb nog maar drie hoofdstukken gelezen en het duizelt me al.`


Synoniemen
in de war maken   

3 definities op Encyclo
  • er duizelig van worden vb: het duizelde mij, al die cijfertjes!
  • 1) Tollen 2) Suizelen 3) Sluimeren 4) Draaierig worden 5) Suizebollen
  • draaierig worden Jaar van herkomst: 1301-1400 (HWS )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
duizelen (draaierig worden)

Taaladvies
Waar komt spierwit wegtrekken vandaan en wat betekent het? Zie Spierwit wegtrekken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van duizelen?
De verleden tijd van duizelen is 'duizelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geduizeld'.
Wat betekent duizelen?
'duizelig maken;
in verwarring brengen'
Hoe spel je duizelen?
duizelen spel je D U I Z E L E N
Wat is een ander woord voor duizelen?
Een ander woord duizelen is in de war maken.

Op andere websites
Zoek duizelen op Woordenlijst.org
Zoek duizelen op Google
Zoek duizelen op Wikipedia