druppelen

werkw.

Uitspraak:	['drʏpələ(n)]
Afbreekpatroon:	drup·pe·len
Vervoegingen:	druppelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gedruppeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) druppels laten vallen

Voorbeelden:	`De kraan druppelt.`, `last hebben van druppelen na het plassen`
Synoniem:	druppen
Het druppelt.	(het regent een beetje) Synoniem: het miezert

2) druppels doen in (iets)

Voorbeeld:

`je oren druppelen met slaolie als je doof bent`

3) (vocht) in druppels laten vallen

Voorbeeld:

`regelmatig braadboter druppelen op de rollade tegen het uitdrogen`

Zie ook:

Synoniemen

3 definities op Encyclo

•"(onovergankelijk)" in druppels neervallen. •"(onovergankelijk)" druppels laten vallen. •"(overgankelijk)" in druppels laten neervallen.
in druppels (laten) vallen vb: de kraan druppelt
1) Druipen 2) Droppen 3) Droppelen 4) Dauwen 5) Druppen 6) Onmerkbaar doorlekken 7) Sprenkelen 8) Lekken 9) Regenen 10) Zachtjes regenen 11) Sijpelen 12) Uitdruppelen 13) In druppels neervallen 14) Zijpen 15) Afdruipen

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Schrijf je neersijpelen met ei of ij? Zie neersijpelen / neerseipelen
Waar komt van de regen in de drup raken vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Van de regen in de drup raken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van druppelen is 'druppelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedruppeld'.

'druppels laten vallen' en 'druppels doen in (iets)' en '(vocht) in druppels laten vallen'

druppelen spel je D R U P P E L E N

Andere woorden voor druppelen zijn afdruipen, droppelen, droppen, druipen, druppen, sijpelen en uitdruppelen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht