dresseren

werkw.

Uitspraak:	[drɛ'serə(n)]
Afbreekpatroon:	dres·se·ren
Vervoegingen:	dresseerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gedresseerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (dieren) leren iets te doen

Voorbeeld:	`je hond dresseren`
Synoniem:	africhten

2) gerechten mooi op een bord leggen ^culinair

Voorbeelden:

`de huzarensalade op een schaal dresseren`,
`schotels dresseren`

Synoniemen

12 definities op Encyclo

Het opmaken van schotels
Let op: Spelling van 1858 afregten, tot het werk bekwaam maken (bijzonder honden en paarden); het haar opmaken
1) Herstellen 2) Trainen 3) Afrijden 4) Africhten van honden 5) Africhten van dieren 6) Africhten 7) Gelijkmaken 8) Temmen van dieren 9) Keukenterm 10) Temmen 11) Kweken 12) Schotels opmaken 13) Training 14) Tam maken 15) Dressuur 16) Grootbrengen 17) Drillen 18) Kunstjes leren 19) Opvoeden 20) Opmaken van sc...
Aanbrengen van verfraaiingen, met behulp van een spuitzak. Bijvoorbeeld rozetten op taartjes of torentjes puree op het bord.
Aanrechten; opmaken; rangschikken van gerechten zoals ze opgediend zullen worden, met of zonder garnituur, die eveneens gedresseerd wordt .. Op mooi en smaakvol dresseren berust een' groot deel van de moderne bediening. Fr. dresser.

Deze woorden eindigen op dresseren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van dresseren is 'dresseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedresseerd'.

'(dieren) leren iets te doen' en 'gerechten mooi op een bord leggen'

dresseren spel je D R E S S E R E N

Andere woorden voor dresseren zijn africhten, dier africhten, dressuur, grootbrengen, kweken, opleiden, opvoeden, trainen en training.

Op andere websites

Recentelijk gezocht